toen de grondwet werd geschreven, creëerden de schrijvers een systeem van overheid bekend als federalisme. Dat betekent dat sommige bevoegdheden worden gedeeld tussen de regeringen van de staat en de federale regering.
Er zijn enkele bevoegdheden die alleen aan de federale overheid toebehoren. Deze bevoegdheden worden de opgesomde bevoegdheden genoemd. Ze omvatten het maken van verdragen, het verklaren van de oorlog, en het controleren van de interstate en buitenlandse handel.
Er zijn ook enkele bevoegdheden die alleen aan de regeringen van de deelstaten toebehoren. Deze worden de gereserveerde machten genoemd. Ze omvatten het nemen van beslissingen over onderwijs binnen een staat en het bepalen van straffen voor het overtreden van staatswetten.
Er zijn bevoegdheden die gedeeld worden door zowel de deelstaatoverheden als de federale overheid. Deze staan bekend als de Competitive powers. Deze omvatten de macht om belasting te heffen, de macht om geld te lenen, de macht om wegen aan te leggen, en de macht om rechtbanken te creëren. We betalen zowel staatsbelastingen als federale belastingen. Zowel de deelstaatoverheden als de federale overheid kunnen geld lenen. De federale overheid heeft een enorme schuld. Sommige regeringen hebben ook schulden. We hebben zowel federale als provinciale snelwegen. Tot slot hebben we federale rechtbanken die zaken behandelen waarbij federale wetten betrokken zijn, terwijl staatsrechtbanken zaken behandelen waarbij staatswetten betrokken zijn.